Ze staan weer voor de deur: de Olympische Spelen. Van 27 juli tot 12 augustus hebben gekwalificeerde sporters de mogelijkheid om uit te blinken tijdens dit unieke evenement. Dat hier heel wat bij komt kijken vergeten we als publiek wel eens, maar ook sommige deelnemende sporters willen, durven of kunnen daar niet te veel over nadenken. Dat is niet zo handig, want een goede voorbereiding is het halve werk, ook op psychologisch vlak.
Wat maakt de Olympische Spelen als evenement nou zo anders dan andere wedstrijden? Allereerst natuurlijk vinden de O.S. maar eens in de vier jaar plaats. Je hebt als sporter vaak weinig mogelijkheden om ervaring op te doen: de gelegenheid van deelname komt soms een paar keer en vaak maar 1 keer voorbij. Waar je tijdens competitie of toernooien nog een beetje gewend kan raken aan de entourage, heb je hier tijdens de O.S. maar mee te dealen.
Wat verder bijzonder is, is dat de O.S. een zogenaamd ‘multi-sport’ evenement is. Sporters op dit niveau zijn gewend te presteren tijdens NK’s, EK’s of WK’s, waarbij alleen de eigen sport beoefend wordt. Zo kennen we het NK atletiek, het EK kanoën en het WK wielrennen. Bij de O.S. zijn ál deze sporten plotseling vertegenwoordigd.
Verplaats je maar eens in de rol van een sporter onder deze omstandigheden: ‘a hell of a job’ om juist dan je beste prestatie te leveren! Wat zijn de uitdagingen van de Olympische sporter?
Londen 2012 zal voor veel sporters meer aanvoelen als een festiviteit of circus dan als een gewone sportwedstrijd. Er zullen veel meer toeschouwers zijn, veel meer mensen zullen via de t.v. de wedstrijden volgen, de media-aandacht zal enorm zijn en de verwachtingen van sponsors en het thuisfront hoog. Sommige sporters zijn wat meer aan gewend aan de enorme aandacht, denk aan de voetballers en de tennissers. Maar de sporters van de zogenaamde kleinere sporten, zullen zich toch ook echt mentaal voor moeten bereiden op het hele circus.
Denk ook maar eens aan het leven in het Olympisch Dorp, met al die atleten bij elkaar. Je hebt weinig privacy, je kunt geluidsoverlast ervaren van andere sporters, zeker naarmate de Spelen vorderen. Sommige sporters zijn dan al klaar en willen feesten, terwijl voor anderen de Spelen nog moeten beginnen. Je kunt moeilijkheden krijgen met slapen vanwege spanning en het eten heb je na verloop van tijd ook wel gehad. Ook zal er regelmatig verplaatst moeten worden van het dorp naar het wedstrijdterrein. Hierbij moet je langs allerlei beveiliging en daarbij is het niet ondenkbaar dat dit niet al te soepeltjes verloopt. Oud-sporters typeren het gedoe rond transport en beveiliging wel eens als ‘schiet op en wacht’. Tijdens de tweede week ervaren veel sporters onder andere als gevolg van het bovenstaande en het al langer uit de vertrouwde omgeving zijn de zogenaamde ‘second week blues’. De eerste week is alles nieuw en spannend, en dan in de tweede week wordt je moe en ga je je steeds meer storen aan allerlei zaken.
Van een andere orde zijn de onderlinge problemen die kunnen ontstaan. Het lijkt wel alsof er tijdens grote toernooien relatief veel conflicten ontstaan tussen sporters onderling, sporters en coaches en/of managers. Onder stress zullen conflicten eerder escaleren. Zeker als de vermoeidheid toeslaat kun je minder hebben van elkaar. En hoewel een conflict altijd twee kanten heeft, is het probleem vaak terug te voeren op een gebrek aan communicatie, een gebrek aan tolerantie of een gesprek aan medeleven.
Hoe frustrerend kan het zijn; heb je jaren getraind voor de Olympische Spelen en op het moment suprème raak je geblesseerd. Het zal je maar gebeuren! Ook frustrerend: jij en je team presteren tijdens de eerste wedstrijd van het toernooi ver onder de maat. Hoe ga je daar mentaal mee om? Deze voorbeelden vragen goed stressmanagement. Heb je daar vóór de Spelen niet bij stilgestaan en vaardigheden voor geleerd, dan zal het je tijdens de Spelen zeker niet meer lukken.
Sporters leven vaak lang toe naar de Spelen. In de jaren voorafgaand wordt er veel getraind en deelname aan de O.S. wordt ervaren als een hoogtepunt van de sportcarrière. In aanloop naar de Spelen krijgen ze een rol toebedeeld of eigenen zich een rol toe als favoriet, underdog, verrassing of soms toerist. Uitmuntend presteren tijdens de Spelen kan een immense verandering in het leven van de topsporter teweeg brengen, het kan jaren van training en afzien verantwoorden door 1 moment van glorie in de internationale spotlichten. En wellicht grote financiële beloningen opleveren. De Spelen bieden kans op roem, fortuin, en groot persoonlijk succes en voldoening.
Wat doen goed voorbereide atleten om een topprestatie te kunnen leveren? Allereerst zal de sporter moeten beschikken over zogenaamde mentale routines en een wedstrijdplan. Hoe leef ik naar de wedstrijd toe? Wat doe ik de avond voor de wedstrijd, welke mentale strategieën pas ik toe en welke juist niet, zoek ik wat afleiding of denk ik juist de wedstrijd nog een keer door? En ‘s ochtends, hoe laat moet ik opstaan om op tijd wedstrijdklaar te zijn, is mijn voeding geregeld, waar bestaat mijn fysieke en mentale warming-up uit? Vlak voor en tijdens de wedstrijd, waar wil ik dan aan denken? Veel sporters hebben de neiging om bij belangrijke wedstrijden extra hun best te doen, dat wil zeggen ze doen anders dan normaal, uit de normale routine. Dit werkt vaak averechts. Door te doen wat je altijd doet krijg je juist en gevoel van controle over de situatie. Dan moet je natuurlijk wel je plan klaar hebben en ook bedacht hebben hoe je wilt omgaan met onverwachte en/of stressvolle gebeurtenissen, want die zullen er komen.
Omdat er veel van de O.S. afhangt; een medaille maakt vaak een wereld van verschil in aandacht, waardering, financiën en toekomst is het voor veel sporters moeilijk zich te focussen op de eigen prestatie. Het resultaat is immers zo belangrijk dat je enkel denkt aan winnen, en je tijdens de wedstrijd niet voldoende focust op wat je daarvoor moet doen. Anky bijvoorbeeld heeft door haar ervaring goed geleerd om zich te focussen op haar paard, de muziek en wat ze tot in detail moet doen voor een prachtige proef. Ze heeft er niets aan als ze tijdens de kuur zegt: ‘kom op Salinero, wij gaan goud winnen’.
De druk tijdens de Spelen is groot. Druk zou je kunnen omschrijven als voortdurende invloed op de geest. Sporters vermijden het vaak om over negatieve gevoelens en gedachten na te denken. Alles moet immers vlekkeloos verlopen, er is geen ruimte voor negativiteit, dit moet zo snel mogelijk weggestopt worden. Het nadeel is dat negatieve emoties en gedachten dan vaak opkomen op de meest ongewenste tijdstippen. Het is veel beter om je voor te bereiden op het volledige spectrum van emoties die tijdens zo’n evenement kunnen ontstaan.
Het is niet eens de gebeurtenis zelf die voor de stress zorgt, het zijn alle gedachten, percepties, oordelen, interpretaties en gevolgtrekkingen die sporters hebben over de gebeurtenis die het stressvol maken en daarmee invloed kunnen hebben op de prestatie. We kúnnen invloed uitoefenen op onze gedachten en daarmee grote invloed hebben op het optimaal omgaan met de situatie. Zo zien we sporters aan de ene kant van het spectrum als arrogant, zelfvoldaan en niet gefocust en aan het andere eind als te nerveus, timide, te smal gefocust en uitgeput.
Ergens op het spectrum met emotionele ervaringen zien we ook de optimistische, optimaal gefocuste, flexibele, vastbesloten sporter vol zelfvertrouwen. En dát is de sporter die we namens ons land graag medailles zien halen.